Een kleine jongen komt thuis van school en hij ziet er ongelukkig uit.
Zijn mama ziet het en vraagt hem wat er is.
“Het is mijn meester: hij maakt me heel ongelukkig," zegt de kleine jongen.
Hij begint te huilen en legt uit waarom hij zijn meester haat.
Er is niks goed aan de leraar.
De kleine jongen wil niet meer naar school.
Mama luistert geduldig en met liefde.
Na de emotionele uitbarsting, zegt ze:
“Wow, dat is moeilijk voor je. Ik kan je helpen.”
“Hoe dan?”, zegt de kleine jongen, “er is niks dat je kunt doen.”
“Luister,” zegt mama, “ik heb een uitdaging voor je, ben je er klaar voor?”
Het kind houdt van uitdagingen en, met een vage glimlach, zegt hij:
“Oké, ik ben er klaar voor. Wat is de uitdaging?”
En mama zegt: “De volgende keer op school, zoek één ding dat je leuk vindt van je meester.”
“Nee”, antwoordt de jongen, “dat is onmogelijk.”
Maar mama houdt vol: “Je zei dat je een uitdaging wilde.”
De kleine jongen gaat akkoord.
Als hij de volgende dag thuiskomt, wordt hij verwelkomd door mama en ze vraagt hem: “En?”
“Ik haat mijn meester nog steeds..."
“Maar heb je één ding gevonden dat je leuk vindt?" herinnert mama hem aan de uitdaging.
En, met zichtbare tegenzin, zegt de jongen: “Ja, ik heb iets gevonden: mijn meester kan heel goed tekenen!”
“Fantastisch,” zegt mama en ze vraagt haar zoon: “Ben je klaar voor de volgende uitdaging?”
Ja, dat is hij en ze gaat verder: “Volgende keer op school, vind een tweede ding dat je leuk vindt van je meester.”
De jongen stribbelt tegen, maar besluit toch ook deze tweede uitdaging aan te gaan.
“En?" vraagt mama als hij de volgende dag thuiskomt.
“Ik vind mijn meester stom, maar ik heb wat gevonden,” antwoordt de jongen. “Meester vertelt soms een leuke mop waar ik om moet lachen.”
“Fantastisch!” zegt mama en ze gaat verder: “Klaar voor een nieuwe uitdaging?”
En zo gaat de jongen naar school op zoek naar een derde ding dat leuk is aan zijn meester.
Het lukt hem. De meester vertelt spannende geschiedenisverhalen.
Mama gaat door met hem dezelfde uitdaging geven, tien dagen op een rij.
En de jongen voert ze uit.
De meester droeg vandaag een mooi shirt.
De meester helpt je als je het nodig hebt.
Etc. etc.
Na tien uitdagingen uitgevoerd te hebben, komt de jongen thuis.
Hij heeft een grote lach op zijn gezicht en ziet er gelukkig uit.
Zijn mama ziet het en vraagt hem wat er is.
Waarop hij antwoordt: “Ik houd van mijn meester; de beste die ik ooit heb gehad!”
EINDE
Gelukkige mensen ontwikkelen hun interne wereld door bewust te focussen op wat er goed is.
Ongelukkige mensen geven de externe wereld de schuld voor wat ze niet leuk vinden in hun leven.
Meditatie helpt je om bewust te worden van je denken en geeft je de power om je focus te kiezen.
Met de hulp van zijn wijze mama heeft de kleine jongen een belangrijk geheim geleerd: als ik focus op wat ik leuk vind, dan voel ik me goed en gelukkig!
Vraag jezelf waar jij op focust:
Het goede of het slechte?
Wat je hebt of wat er mist?
Het positieve of het negatieve?
Het probleem of de mogelijkheid?
En herinner je steeds dat er maar 1 persoon is die de keuze maakt: JIJ!
Word je bewust van je mind, leer mediteren.